November 2014 heeft minister Asscher het ontslagbesluit gewijzigd. Deze wijziging moet werknemers die formeel in dienst zijn bij een payroll bedrijf veel meer ontslagbescherming bieden. De payroll-constructie is een soort driehoeksverhouding tussen een opdrachtgever (waar het feitelijke werk gedaan wordt), het payrollbedrijf (dat de formele werkgever is) en de werknemer die in dienst is bij het Payrollbedrijf maar werkt voor de opdrachtgever. In deze constructie heeft de werknemer vrijwel geen ontslagbescherming: als de werkgever het contract met het payrollbedrijf opzegt (b.v. bij gebrek aan werk, maar ook bij onvoldoende presteren of ziekte) kan het payrollbedrijf de werknemer vrijwel direct ontslaan omdat er immers geen werk meer is.
De nieuwe paragraaf in het Ontslagbesluit zegt nu dat de opdrachtgever in feite mede verantwoordelijk is voor het ontslag en dat dus bij het vaststellen van de oorzaak van het ontslag door het UWV ook gekeken wordt naar de situatie bij de opdrachtgever en daarop wordt dan het ontslagbesluit (incl. bedrijfseconomische noodzaak, afspiegeling en uitwisselbaarheid van functies) toegepast. Als deze ingrijpende wijziging effectief blijkt zou dat wel eens een grote beperking van het fenomeen 'payrollen' kunnen worden (volgens sommige juristen 'de bijl aan de wortel').
Ook de medezeggenschap krijgt zeker hiermee te maken, niet alleen bij het aannamebeleid (wel of niet in zee gaan met een payrollbedrijf) maar ook bij reorganisaties, eventuele ontslagen, sociaal plannen enz. In veel sociaal plannen staat nu immers dat eerst de flexibeleschil moet worden beperkt of beëindigd en het is zeer de vraag of dat straks nog zomaar kan met deze nieuwe regel!