Nieuwbrief archief

 

Tweede Kamer akkoord met wijzigingen Arbowet: sterkere positie OR, preventiemedewerker en bedrijfsarts

Minister Asscher wil de positie van de medezeggenschap, de preventiemedewerker èn de bedrijfsarts versterken. Het wetsvoorstel met deze strekking is inmiddels door de Tweede Kamer (september 2016) aangenomen. De belangrijkste veranderingen zetten we nog eens voor u op een rijtje.

Wat verandert er met dit voorstel voor de medezeggenschap?

  1. De OR of PVT krijgt straks direct instemmingsrecht op de keuze van de persoon of personen die preventiemedewerker worden. De medezeggenschap had al instemmingsrecht op de manier waarop de deskundigheid wordt georganiseerd en nu is die invloed nog versterkt door ook expliciet de benoeming van personen daarbij te betrekken.
  2. De samenwerking tussen medezeggenschap en preventiemedewerker wordt nog iets nadrukkelijker tot het preventiebeleid gerekend.
  3. De bedrijfsarts werkt óók samen met de medezeggenschap en de preventiemedewerker en kan dus de OR of PVT ondersteunen en adviseren.

Voor de preventiemedewerker verandert er niet zoveel maar het wordt nog iets duidelijker dat het ook tot zijn of haar taken hoort om met de medezeggenschap samen te werken en de medezeggenschap te adviseren. In het artikel 'Wat te doen met de rol van de preventiemedewerker?' leest u meer over de rol van de preventiemedewerker. Daarin worden ook een viertal gratis bijeenkomsten voor preventiemedewerkers aangeboden, georganiseerd door TNO. 

Rond de bedrijfsarts verandert er meer:

  1. Hij moet in staat worden gesteld de werkplek van medewerkers te bezoeken.
  2. De manier waarop de bedrijfsarts te werk gaat moet uitdrukkelijk in de overeenkomst met de Arbo-dienst worden opgenomen. De werkwijze van de bedrijfsarts is daarmee ook onderdeel van het instemmingsrecht geworden. Bovendien moet in deze beschrijving ook duidelijk opgenomen worden hoe er door de bedrijfsarts samengewerkt gaat worden met preventiemedewerker en medezeggenschap.
  3. Er moet ten alle tijde een adequate klachtenregeling zijn.
  4. Hij moet medewerkers de mogelijkheid bieden van een second opinion bij een andere bedrijfsarts.

Ook medewerkers krijgen (iets) meer mogelijkheden:

  1. Iedere medewerker (ziek of niet) moet weer naar de bedrijfsarts kunnen stappen.
  2. Medewerkers kunnen, na een advies van de bedrijfsarts, om een second opinion van een andere bedrijfsarts vragen.
  3. Medewerkers moeten een klacht kunnen indienen die 'adequaat' behandeld wordt.

Al met al zijn het geen ingrijpende veranderingen maar ook kleine stapjes kunnen helpen om gesignaleerde knelpunten aan te pakken. De belangrijkste (en sterker wordende) klacht van de laatste tijd was dat de bedrijfsarts niet onafhankelijk genoeg is. Met name de onafhankelijkheid van de bedrijfsarts stond en staat sterk onder druk. 66% van alle bedrijfsartsen klagen over een te grote druk die door de werkgever op hem wordt uitgeoefend. Misschien een logisch gevolg van de situatie: "wie betaalt bepaalt", maar het draagt niet bij aan goede arbozorg en begeleiding. Door deze wetgeving hoopt de minister daar paal en perk aan te stellen en het vertrouwen in goede arbozorg weer terug te brengen.